Java
Hoi, hoi, hoi,
Hier ben ik weer …
Ik heb eindelijk de tijd gevonden om nog eens een bezoekje te brengen aan een internetcafe. Ik zit momenteel in Bondowoso, de properste stad van Java. Ik heb een drukke 1ste week achter de rug,vandaag is mijn eerste dag relaxen, maar ik ben voldaan en hoop dat de komende 2 weken even intensief mogen zijn. Azie blijft mijn nog steeds verbazen …
Waar waren we geeindigd de vorige keer …ah ja,
Na Borobudur en Prambanan zijn we nog een dagje langer gebleven in Yogyakarta. We hebben een bezoek gebracht aan het Kraton, het paleis van de sultan. Die ochtend werden we al vroeg gewekt (wat niet leuk is als je de vorige dag reeds om 4u moest opstaan en dacht nu eens uit te slapen) door het geklop op de muren van onze hostel. Ze waren lichtjes vergeten vermelden dat er nog verbouwingswerken aan de gang zijn … we zijn dus al zeker dat de prijs hier volgend jaar hoger zal liggen voor een nachtje slapen.
Sven vergeet ook nog maar eens de sleutel in de kamer en trekt de vergrendelde deur achter zicht dicht (de verstrooide kop) waardoor we worden buitengesloten. Op zich geen problem, ware het niet dat de eigenaars geen reservesleutel hebben … dan wordt het maar de deur openbreken.
In het paleis hebben we een rondleiding gekregen door een werknemer van de sultan, genaamd Roy … ja ik weet het, het klinkt niet echt aziatisch maar westerse namen komen hier meer voor dan je denkt, vooral bij jongere mensen. Roy is een van de weinigen die het genoegen heft voor de sultan te mogen werken omdat zijn vader dit ook heeft gedaan, de job gaat over van generatie op generatie. Hierdoor wordt hem een woning rond het paleis aangeboden door de sultan waarop hij geen belastingen moet betalen. Als je weet hoe sommige mensen hier in armoede leven, dan is dit een luxe.
Vervolgens brengen we een bezoek aan de vogelmarkt, waar ik mijn ogen opentrek voor de vele verschillende diersoorten die te koop worden aangeboden. Fluokleurenkuikens, schorpioenen, slangen, mieren, reuzevleermuizen… het is een kleurrijk tafereel waaraan toch ook wel een geurtje hangt, letterlijk dan.
We brengen ook nog een bezoekje aan de ondergrondse moskee en het voormalige waterkasteel van de sultan. De aardige jongeman die ons hierin vergezeld is, dat zal later blijken, de schilder van een van de batiks die ik heb gekocht.
Op de avond spreken we opnieuw af met Roy. Een vriend van hem kan vervoer regelen voor de 12 uur durende tocht naar Tosari, de uitvalsbasis voor de beklimming van de Bromovulkaan. Vervolgens doen we nog een belletje voor het reserveren van een kamer in Tosari en daarna kunnen we eten. Ik doe nog een handwasje en kruip mijn bed in, want morgen is het vroeg op. Dacht ik verkeerd nu wat uurtjes te kunnen slapen … ik ben nog niet goed in slaap of wordt alweer wakkergeschud door het gekrijs van een 4 tal jongeren. Ze zijn de kamer uitgevlucht. Een rat heeft de kamer ingenomen en ze trachten ze nut verjagen met een bezem. Ik geloof vrij goed dat ratten zich hier thuis voelen …als ik onder het bed van onze kamer kijk denk ik niet dat het in maanden gereinigd is geweest.
De volgende dag staat de wekker om 5 uur, om 6 uur vertrekken we richting Tosari. Het wordt een hobbelige weg, de wegen zijn hier niet goed onderhouden en sinds de aardbeving enkele jaren geleden liggen er echte kraters in het wegdek. Ge moet dan maar eens een boterhammeke met choco proberen smeren, dat lukt dus echt niet zonder wegschieten. Wanneer we op een bepaald moment de bergen intrekken wordt het pas grappig wanneer we verschillende inwoners naar beneden zien racen met een handgemaakte zeepkist dicht tegen de grond en beladen met veel te veel om goed te zijn. Als ze maar niet uit de bocht gaan … Het uitwijken voor een tegenligger die net iets te breed is geeft on seen enorm goed zicht op de afgrond die binnen handbereik is. Tosari staat bekend als een van de rutigste dorpjes rond de Bromo … niet dus, ik denk dat het weliswaar het kleinste dorp is maar wel met het meest aantal moskeeen. Van alle uitvalshoeken wordt er gezongen, of moet ik zeggen gemekkerd, en iedereen zal het gehoord hebben want het wordt met luidsprekers over het hele dorp verspreidt. Dit vanaf de morgen om 5u tot 8u, op de middag en in de avond.
Na het eten moeten we nog vervoer zoeken om op de Penanjakan en Bromo te geraken. We hebben vrij snel vervoer maar ik moet een uur en meer onderhandelen om tot een aanvaardbare prijs te komen. In azie is het constant onderhandelen. De inwoners weten dat toeristen meer verdienen en zijn slim genoeg om ons het driedubbele te vragen in prijs. Weliswaar blijven ze lachen en vriendelijk ondanks ze niet altijd krijgen wat ze willen.
Donderdag staan we om 4u30 op om met een 4x4 richting de top te gaan van de Penanjakan, die een uitstekend zicht geeft op de Bromo en een adembenemende zonsopgang. In de 4x4 worden we net niet vergast door de uitlaatgassen van de jeep die continue voor ons rijdt. Onze chauffeur is het ook lichtjes beu, voor hem gaat het ook te traag en hij wringt zich een weg tussen de bergflank en onze voorganger. Dit op een bergweg die niet verlicht is. Ik zit vooraan en merk de bochten telkens te laat op in het donker. Je kan al raden … Toen hij ook nog eens vroeg om de deuren te vergrendelen omdat ik er zeker niet zou uitvliegen was het helemaal in orde. Vanuit de Penanjakan gaat het richting Bromo. De tocht is er een door een woenstijnlandschap, het lijkt wel Dakar. Eenmaal aangekomen aan de Bromo waan ik mij in Nepal door de vele op en afrijdende ruiters met klassiek klederdracht en het dorre open landschap. Deze ruiters brengen mensen tot bovenop de krater. Wij weigeren en doen hem te voet. Als je denkt er bijna te zijn, moet je nog eens 250 treden op, maar het uitzicht is magnifique. Uiteraard is de geur wat minder … rotte eieren, de Bromo is namelijk nog actief en stoot een enorme rookwolk uit … het is de kunst deze te ontwijken wanneer je een kijkje neemt in het diepe.
Na de beklimming van de Bromo gaat het richting Bondowoso. Dit gebeurd alweer met een bemo en het busje zit weliswaar vol back packers die net zoals ons juist de Bromo hebben beklommen. Het groepsgevoel is er wel en er wordt naarstig gekletst en gelachen. We beslissen om in het Palm hotel te overnachten met een zwembad, eindelijk wat verkoeling… We maken kennis met 2 Fransen en 2 Duitsers die ons de volgende dag zullen vergezellen bij de klim van de Kawh Ijen. Het charteren van een bemo (soort busje) wordt goedkoper naarmate je met meer mensen bent.
En ja, weeral is het vroeg opstaan, deze keer om 4uur. De beklimming van de Ijen is er eentje van 3 km, waarvan de eerste 2 zeer steil omhoog gaan en de laatste vrij gemakkelijk in vergelijking met de vorige. Heel veel respect voor de vele mannen die deze beklimming tot 2 x per dag doen met tot 80 kg zwavel op de schouders. De kampioen droeg wel eens 100 kg. Eenmaal bovenaan de krater krijg je uitzicht op een mangifique meer beneden in de krater. Langs de krater zie je de verschillende zwavelbronnen. Het wordt niet aangeraden om zelf naar beneden te gaan, want eenmaal beneden en wanneer de wind draait, krijg je een wolk met zwavel in het gezicht. Je kan je dus voorstellen dat deze mannen niet oud worden.
Ik ontmoet een 50 jarige man die de tocht nog steeds maakt maar niet meer zoveel kilo’s met zich meesleurt. Hij maakt weliswaar vormpjes en tracht deze dan te verkopen voor een appel en een ei. Ik kies een schattige schildpad. Tijdens de afdaling zal hij mij vergezellen, samen met een van de beladen mannen die nog steeds hartelijk blijft lachen ondanks de zware last die hij draagt.
Na de Ijen gaat het richting een aantal watervallen en een cacao plantage. Tijdens de tocht worden ik lichtjes aangevallen door een bende kinderen. Ze willen op de foto maar zijn ook wel zo slim om daarna iets in de plaats te willen. Wanneer een doos koekjes tevoorschijn wordt gehaald is deze leeg voor we het beseffen maar ze zijn wel content.
Tijdens de terugweg komt onze wagen min of meer in brand te staan. De remmen zijn oververhit en het rubber tussen de remschijf en het blok is verdwenen. Het is dus wrijving van metaal op metaal wat een aantal vonken geeft. Ook de vergrendeling van de wagen doet het niet, waardoor we bij momenten opgesloten geraken … nog een geluk dat de autotische ruiten ook niet werken en bijgevolg altijd open blijven zodat we langs daar kunnen vluchten als het nodig moest zijn.
En dank omen we tenslotte bij vandaag … nog niet veel gedaan. Geprobeerd om uit te slapen maar het bleek pas 9 uur als ik wakker werd. Daarna ontbeten en aantal baantjes getrokken in het zwembad dat ik trouwens voor mij alleen had en niet werd aangestaard., in tegenstelling tot de 1ste keer dat we gingen zwemmem. Het bad zat vol vrouwen in duikpak. Moslimvrouwen mogen namelijk geen intieme delen laten zien waaronder de buik. We besluiten dan ook maar om een tshirt aan te doen boven onze bikini wanneer we het zwembad ingaan.
Morgen gaan we richting de ferry om zo op ons volgende eiland te komen, namelijk Lombok. Ik ben volop bezig met de voorbereidingen want voor een week splitsen de wegen van mij en Sven en Joke. Ik ga richting zuiden en zij gaan naar het noorden. Zij beklimmen de Rinjaniberg voor 3 dagen. De beklimming van de Rinjani is een route langs sintels en moeilijke ravijnen. Net ietsje te gek voor mij. We ontmoeten elkaar opnieuw bij de overzet naar de Gili eilanden waar we gaan snorkelen en duiken.
Reacties
Reacties
Yups,
zo te lezen zijt ge goed bezig.... Ge zult waarschijnlijk niet goed uitgerust zijn na de reis, maar het belangrijkste is dat ge toch uit de alledaagse sleur zijt.
Bij ons op t'werk is alles OK. T'is wel ietsje stiller als gij er niet zijt (hoe zou da komen?)
Amuseer jullie nog en tot later
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}